Radaronderzoek onthult lappendeken aan grondsoorten in Peizerdiep


Onder het oppervlak van het beekdal van het Peizerdiep gaat een lappendeken aan grondsoorten en bodemstructuren schuil. Afgelopen zomer is er een radaronderzoek uitgevoerd dat dit in kaart heeft gebracht. Nu is duidelijker waar grondwaterstromen voor de gewenste natuurtypen voorkomen. Ook kan nauwkeurig worden bepaald waar de voedselrijke bovenlaag mag worden verwijderd zonder archeologisch waardevolle plekken te verstoren. Met deze kennis op zak kan Prolander het inrichtingsplan compleet maken.

De komende jaren wordt het beekdal van het Peizerdiep getransformeerd van voormalige landbouwgrond naar natuurlijk beekdal met ruimte voor water. Daartoe worden verschillende inrichtingsmaatregelen getroffen. Het verrichte bodemonderzoek is van belang voor twee daarvan. In de eerste plaats wordt op verschillende plekken de omgewerkte bovenlaag – de bouwvoor die rijk is aan voedingsstoffen – afgeplagd om de juiste omstandigheden voor schrale natuurontwikkeling te krijgen. Zaden van typische beekdalvegetatie die in de veenbodem opgeslagen hebben gelegen, kunnen dan weer ontkiemen. Op de meer zandige gronden wordt maaisel uit nabijgelegen natuurgebieden opgebracht. In de tweede plaats krijgt de gekanaliseerde beek weer zoveel mogelijk haar oude kronkelige loop terug. Dat gebeurt in een latere fase.

Boven de grond niets te zien

“Als je uitkijkt over de percelen waar we hebben gemeten, zie je niets bijzonders: gewoon grasland, zonder variatie in hoogte of begroeiing”, zegt onderzoeker Koos de Vries van Medusa Explorations. “Maar onder het maaiveld duizelt het je bijna van de verschillen. Waar op de ene plek zand ligt, kan enkele meters verderop potklei, keileem of een diepe geul gevuld met veen te vinden zijn.”

Stralende klei

Medusa heeft de technieken en de kennis in huis om zulke gevarieerde bodems fijnmazig in kaart brengen. Koos de Vries: “Op een quad heeft onze veldonderzoeker twee weken volgens een ruitpatroon banen gereden over percelen ten noorden van Peize en ten zuidoosten van Roden. Op de quad zat een gammaspectrometer en achter de quad hing een slee met daarop een grondradar. Dankzij de gammaspectrometer weten we welke grondsoorten er in de bovenste 50 cm voorkomen. Dit apparaat meet de natuurlijke straling die uit de bodem komt. Doordat klei meer straling afgeeft dan zand en veen, konden we de veenlagen en de potklei- en keileemformaties in kaart brengen. De grondradar kijkt dieper en geeft inzicht in de bodemlagen: waar liggen oude geulen en de oorspronkelijke beekloop, waar zijn archeologisch waardevolle dekzandkoppen te vinden en hoe diep liggen potklei en keileem.”

Verantwoord plaggen

Landschapsontwerper Rodin de Lange van Prolander vertelt wat er met de uitkomsten van het onderzoek wordt gedaan. “Met verschillende deskundigen, zoals ecoloog, hydroloog en archeoloog, beoordelen we wat het door Medusa gemaakte 3D-beeld betekent voor het inrichtingsplan. Wat zeggen de grondsoorten over de ligging van beeklopen en slenken? Waar is het verantwoord om te plaggen en wat zijn de waardevolle plekken – zoals dekzandkopjes – waar omheen gegraven moet worden? En is er aanleiding om op specifieke plekken nog een aanvullende grondboring te zetten? Door er samen naar te kijken, waarborgen we de balans tussen de mooiste natuurontwikkeling enerzijds en behoud van in de bodem verborgen waarden anderzijds.”

Quad bij het Peizerdiep, met gammaspectrometer achterop en de grondradar in de slee.