Nieuw licht op watersysteem van het Fochteloërveen
Het Fochteloërveen, op de grens van Drenthe en Friesland, is een bijzonder gebied met zeldzaam hoogveen. Tegenwoordig is het er veel droger dan voorheen, waardoor veel van het resterende hoogveen is beschadigd. Om dat tegen te gaan moet het watersysteem worden hersteld. Hiervoor moeten we weten hoe dit systeem in elkaar zit. Daarom is de waterhuishouding boven en onder de grond in kaart gebracht via een zogeheten LESA: landschapsecologische systeemanalyse. In dit artikel nemen we u mee in de voorlopige bevindingen.
Wegzijging als hoofdprobleem
Tussen de oorspronkelijke en de huidige waterhuishouding is er door de tijd heen veel veranderd. Samen met onderzoeken naar het grondwater en het oppervlaktewater werpt de LESA een blik op het functioneren van water, natuur en omgeving van het Fochteloërveen. Uit de LESA wordt het hoofdprobleem van de waterhuishouding duidelijk: het grondwater zakt dieper weg in de bodem. Door dit proces, dat “wegzijging” heet, verdroogt het gebied (zie afbeelding 1).
Systeem toen en nu
Het oorspronkelijke watersysteem kende sterkere stromen grondwater door het zand heen, behalve bij de dikke laag potklei direct over het Fochteloërveen. Tegenwoordig is daardoor de waterdruk in de ondergrond minder geworden of verdwenen (zie afbeelding 2-3). Ook is de acrotelm, de levende bovenlaag van het veen, verdwenen. Mede hierdoor verliest het resterende hoogveen veel water via verdamping, hoewel dit effect moeilijk te meten is.
Oorzaken
Oorzaken van wegzijging zijn het lage waterpeil in de omgeving, het functioneren van de bestaande bufferzones en de drainerende watergangen zoals sloten of greppels. Een belangrijke reden is ook het historisch verlies in kwaliteit en kwantiteit van hoogveen, dat water vasthoudt. Ooit was er een veengebied dat verder reikte, genaamd de Smilder Veenen. Voorheen besloeg hoogveen het kerngebied van het Fochteloërveen, ongeveer 10 procent van de gehele Smilder Veenen (afbeelding 4).
Hoogveenherstel
Door de huidige kwantiteit en kwaliteit van het hoogveen in het Fochteloërveen is de verwachting dat dit hoogveen niet volledig kan herstellen. Toch kan de hoeveelheid hoogveen in een deel van het gebied worden uitgebreid (afbeelding 5). De geschiktste locatie hiervoor is de Friese buffer (Kleine Veen) en de hoogveenkern in het westen van het Natura 2000-gebied. Ook versterking van de verbinding tussen hoogveen en moeras en tussen veen en mineraalrijke grond is wenselijk, hoewel het moeilijker uit te voeren is.
Problemen
Bij het herstellen van hoogveen zijn er meerdere moeilijkheden. De huidige inrichting van het gebied levert letterlijk obstakels, waaronder bebouwing en infrastructuur zoals de Kolonievaart. Verder is er een toename van invasieve exotische fauna en flora. Dit zijn soorten van buitenaf die zich hier snel verspreiden, zoals de grote veenbes (cranberry; afbeelding 6). Voor bestaande soorten is het leefgebied juist versnipperd geraakt. Ook is er te veel afzetting van stikstof. Die combinatie van factoren beperkt de soortenrijkdom, waardoor de leefomgeving en voedselvoorziening voor andere soorten verdwijnt.
Maatregelen
Om de waterhuishouding en het natuurlijk landschap te verbeteren, zijn maatregelen nodig. Deze moeten problemen tegengaan zoals verdroging, verdamping, overmatige afvoer en het onvoldoende vasthouden van water. Om deze reden worden vanaf 2022 de kades van het gebied al hersteld. Met die oplossing worden al verbeteringen in de waterbalans bereikt, maar dit is nog niet genoeg.
Met de LESA is voornamelijk in beeld gebracht hoe het systeem functioneert en welke mogelijkheden er zijn om het systeem te veranderen. In de stap die volgt, brengen we in beeld welke daadwerkelijke maatregelen bijdragen aan de instandhoudingsdoelen. Hierbij richten we ons op de meest effectieve maatregelen voor het herstellen van de laag keileem en het optimaliseren van de waterhuishouding in de bestaande bufferzones. Dit vermindert de effecten van langdurige droge perioden.
Afbeelding 1: Vormen van waterverlies: evapotranspiratie (verdamping naar de lucht), verticale wegzijging (wegzakkend water in de bodem) en laterale waterverliezen (stromen onder het oppervlak).
Afbeelding 2: Geo-hydrologische doorsnede van Fochteloo naar Assen; oorspronkelijke situatie. De blauwe pijlen in de bovenste helft is lokale grondwaterdruk.
Afbeelding 3: Geo-hydrologische doorsnede van Fochteloo naar Assen; huidige situatie. De lokale grondwaterstromen komen minder aan het oppervlak en er trekt meer water de bodem in.
Afbeelding 4: Uitsnede uit de historische kaart van Drenthe (Pynacker 1634) – Smilder Veenen.
Afbeelding 5: Schematische weergave van intact, aangetast en hersteld hoogveen.
Afbeelding 6: Grote veenbes (Vaccinium macrocarpon).