De Broekenloop van toen tot nu


“Ik begon toen ik 13 jaar was en stopte op mijn 84ste”, zegt Henk Noord (87). De geboren en getogen Zeijenaar is bijna zijn hele leven boer geweest. Hij had melkvee en verbouwde aardappels, rogge, haver en “een beetje bieten”. Hoe heeft de heer Noord, die tegenwoordig in Norg woont, het gebied rond de Broekenloop zien veranderen?

Kleinschalige landbouw en WOII

Noord werd geboren voor de Tweede Wereldoorlog. “In die tijd waren er veel kleine boerderijen in het gebied. De boeren produceerden voor eigen gebruik en de directe omgeving. Vrouwen hielpen mee op de boerderij, de melk ging naar de coöperatie. De boeren onderhielden zelf de houtwallen op het land door regelmatig te zagen. In de winter van ’44 zijn veel van die houtwallen gekapt voor de brandstof. We moesten koeien afstaan aan het Duitse leger. Voor de oorlog hadden mijn ouders er zeven, daarna nog maar drie.”

Veel natuur

In de tijd van kleinschalige landbouw was er nog veel natuur. “Je zag aan de slootkant en op andere plekken orchideeën. Ook bloeiden er pinksterbloemen en dotterbloemen. In perioden dat er geen kunstmest werd gebruikt, groeide er pitrus. Er waren in die tijd ook veel dieren, zoals fazanten, konijnen, hazen en patrijzen.”

Ruilverkaveling

Zo nu en dan vult Erik Emmens, secretaris van de Boermarke Zeijen, het verhaal van Noord aan. “De hervormingen van Mansholt vanaf het einde van de jaren ‘50 hebben veel veranderd. Het was de tijd van de ruilverkaveling, landbouwgronden moesten groter worden. Boeren gingen daarom buiten het dorp produceren, ook op oude heidegrond. In jaren ‘60 kwam met de Marshallhulp de mechanisatie op gang. Voor die tijd was alles handwerk.”

Sloten graven in Zeijerveld

Ook de beek zelf veranderde na de oorlog, vertelt Noord. “Vroeger was de Broekenloop een klein stroompje. Het gebied hield het water toen goed vast. In de jaren ’50 werd het nabijgelegen Zeijerveld omgezet in landbouwgrond. Dat was eerst heide. Er zijn daar toen veel sloten gegraven. Ik weet nog dat op een zondag in 1954 of 1956 het land overstroomde. Mijn vader zei dat hij dat nog nooit had meegemaakt. Om het water beter af te kunnen voeren, werd de Broekenloop uitgediept.”

Minder boeren, grotere bedrijven

Emmens vervolgt het verhaal over de jaren ’70. “De economie veranderde. Veel boeren gingen zich specialiseren: gemengde bedrijven met akkerbouw en vee werden melkveehouderijen. Het aantal boeren nam af en de bedrijven werden groter. Om je een idee te geven: na de oorlog waren er 80 boeren in de Boermarke Zeijen. In 2011 waren dat er nog 22 en nu ben ik de enige. Als boer produceer je ook niet meer voor de omgeving, maar voor de wereldmarkt.”

Natuurnetwerk Nederland

In de tweede helft van de twintigste eeuw nam de hoeveelheid en variatie van plant- en diersoorten in Nederland af. In de jaren ’90 introduceerde het toenmalige ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij de Ecologische Hoofdstructuur, de voorloper van het huidige Natuurnetwerk Nederland (NNN). Door een samenhangend netwerk van natuurgebieden te realiseren, zou de natuur zich kunnen herstellen. Als uitvoeringsorganisatie van de provincies Drenthe en Groningen, speelt Prolander een belangrijke rol in dit proces. In de Broekenloop organiseerde Prolander schetssessies om met burgers, boeren, belangenverenigingen, overheden en experts vorm te geven aan de gebiedsontwikkeling.

Verschillende perspectieven op natuurontwikkeling

Een deel van het Natuurnetwerk Nederland in het gebied is inmiddels gerealiseerd. Wel zijn er verschillende perspectieven op het vervolg van de gebiedsontwikkeling. Noord en Emmens zien een rol weggelegd voor een combinatie van natuur en agrarische functies, waarbij boeren helpen om het gebied te onderhouden. Emmens wijst in dit verband op de rol van de Boermarke Zeijen, die van oudsher de wegen en bossen onderhield. Waar Prolander inzet op verschraling van gronden zodat zeldzame soorten flora en fauna de kans krijgen om zich te ontwikkelen, zien de agrariërs juist een rol weggelegd voor koeien om zo insecten, planten en weidevogels aan te trekken.

Een mooie toekomst

Wel zien beide partijen kansen voor natuurontwikkeling door meer water vast te houden in het gebied, al verschillen de inzichten over hoe dat het beste kan gebeuren. Waar Prolander de waterhuishouding in het gebied wil aanpassen door de Broekenloop ondieper te maken, zien Noord en Emmens meer in het plaatsen van stuwen. Zij wijzen er daarbij op dat de waterhuishouding een belangrijke rol speelt voor de inkomsten van boeren. Zeker is dat de verschillende belanghebbenden in het gebied met elkaar in gesprek moeten blijven over de gebiedsontwikkeling. Zo krijgt de Broekenloop naast een lange geschiedenis, ook een mooie toekomst.